HISTORIE
-
de oprichters kwamen net als nu uit allerlei richtingen
In 1788 vroegen een aantal Haarlemmers toestemming aan de schout om een vrijmetselaarsloge op te richten. Ze kwamen van Katholieke, Waalse, Lutherse en Gereformeerde huize. Net als nu liepen de beroepen erg uiteen. Een klerk ter secretarie, logementhouder, meestertimmerman, wijnkoper, zilversmid, procureur en oud-chirurgijn ter zee waren de oprichters van de loge Vicit Vim Virtus. De schout vermoedde politieke doeleinden en verleende de toestemming niet, hij was bang van een patriottische samenzwering. Pas nadat er een nieuwe schout was aangetreden kreeg de loge in 1792 toestemming bij elkaar te komen. De loge groeide daarna binnen een jaar door naar 33 leden.
-
Waar kwam de loge Vicit Vim Virtus vroeger bij elkaar?
Eén van de oprichters was logementhouder Hendrik Gieseke, dus lag het voor de hand in zijn etablissement ‘De Gouden Leeuw’ aan de Zijlstraat 87 bij elkaar te komen. Dit duurde tot het overlijden van Gieseke. In 1805 streek de loge daarna neer in de concertzaal aan de Kruisstraat 8-10. Men zou er blijven tot 1866. Tegenwoordig is er een supermarkt in het pand gevestigd. Door een verbouwing werd de Zijlstraat ongeschikt als logelocatie en men verhuisde daarom in 1867 naar de Nieuwe Schouwburg aan de Jansweg 55. Het was voor een loge geen erg geschikt gebouw, onder meer omdat men er niet in de gewenste afzondering bijeen kon zijn.
-
1876: een eigen gebouw dat al snel te klein bleek
Het ging ook in de negentiende eeuw goed met de loge; men groeide voorspoedig. Daarom kocht men voor 1 gulden per vierkante meter een stuk grond aan de Ripperdastraat 13, om er een eigen gebouw op te richten. Architect en logelid van den Arend ontwierp het gebouw en in 1876 kon het in gebruik worden genomen. In 1923 werd het gebouw flink uitgebreid. Dat kon ook niet anders, want het ledental groeide explosief tot bijna 140. Om als loge elkaar goed te kennen en de juiste sfeer te treffen is zo’n groot aantal teveel. In 1926 ontstonden daarom uit Vicit Vim Virtus twee nieuwe Haarlemse loges. Deze loges bestaan tot de dag van vandaag.
-
Geen loge tijdens de Tweede Wereldoorlog
Onder dwang van de bezetter moesten alle loges hun activiteiten in de oorlogsjaren 1940-1945 staken. Er werd beslag gelegd op het gebouw aan de Ripperdastraat en veel waardevolle meubelstukken en objecten werden afgevoerd of vernield. Na de oorlog werden de Haarlemse loges in hun rechten hersteld.
-
Struikelstenen voor omgebrachte Joodse Vrijmetselaar
Samuel Barends was lid van onze Loge toen hij in 1942 samen met zijn vrouw Mathilde door de Nazi’s uit zijn woning in Aerdenhout werd gehaald en gedwongen werd te verhuizen naar Amsterdam.
Op 9 november 2023 zijn in Aerdenhout door de voorzitter van de loge Vicit Vim Virtus de struikelstenen onthuld ter herdenking van Samuel Barends en zijn vrouw Mathilde Barends-Reinhard. De plaatsing van de struikelstenen zijn door Stichting Zikaron gerealiseerd met medewerking van de huidige bewoners van de woning, de gemeente Bloemendaal en de loge Vicit Vim Virtus.
-
Onthulling
De onthulling vond plaats in het bijzijn van buurtbewoners, journalisten, vertegenwoordigers van de stichting Zikaron en de gemeente Bloemendaal, en in het bijzijn van Vrijmetselaren van o.a. de loge Vicit Vim Virtus.
Tijdens de onthulling werd op symbolische wijze eer gebracht aan de slachtoffers. Voor de Vrijmetselaar herkenbare handelingen, zoals het leggen van drie witte rozen en een “dof applaus”, werden onder leiding van Jan Mulder, de huidige voorzitter, verricht. Deze handelingen hebben een vaste plaats wanneer Vrijmetselaren een laatste eer bewijzen aan een gestorven lid.
-
Stichting Zikaron
Zikaron betekent herdenken. Herdenken is het geven van een plek in de geschiedenis.
Voor de Tweede Wereld Oorlog waren 60 Joodse leden aangesloten bij diverse Vrijmetselaars Loges in den lande. Allen zijn slachtoffer geworden van de Duitse overheersers en vermoord in de verschillende concentratiekampen.
De stichting heeft ten doel struikelstenen in de openbare ruimte te plaatsen voor vermoorde Joodse Broeders – Vrijmetselaren, opdat zij als slachtoffer van het nationaalsocialisme worden herdacht. Daarmee wordt ook gelegenheid geboden tot reflectie. De stichting doet dit in navolging van de Stolpersteinen, die al op meerdere plaatsen liggen en zij wenst 50 Joodse Broeders hun plaats in onze geschiedenis te bieden.
-
Samuel en Mathilde Barends
Samuel Barends werd geboren op 4 december 1872 in Amsterdam en was getrouwd met Mathilde Reinhard. Geboren op 4 januari 1878 in Frankfurt am Main.
Uit dit huwelijk werden geboren:
Julia Lucie Barends geboren op 2 maart 1903 in Amsterdam. Vermoord op 11 juni 1943 in Sobibor.
Bernadine Margaretha Barends geboren op 20 oktober 1904 in Amsterdam. Zij heeft de oorlog overleefd.
Beide dochter waren op de dag van vertrek van de familie naar Amsterdam niet meer woonachtig in Aerdenhout. Beide zuster waren getrouwd.
Samuel Barends was econoom en werkzaam als chef Arbitrage bij de bank Pierson & Zoon in Haarlem. Hij en zijn vrouw woonden in de Distellaan 21 in Aerdenhout.
Op 31 maart 1942 kregen alle Joden uit de gemeente Aerdenhout de opdracht verplicht te verhuizen naar Amsterdam. Het echtpaar verhuisde naar de Geleenstraat 48h in Amsterdam. Tijdens deze verplichte verhuizing was Barends lid van de “evacuatiecommissie” van de lokale afdeling van de Joodsche Raad. Daaraan ontleende hij een “Sperre” tot juni 1943. Op 20 juni van dat jaar moest hij naar Westerbork en op 29 juni werden hij en zijn vrouw op transport gesteld naar Sobibor, waar beiden na aankomst op 2 juli 1943 werden vermoord.
Het relatief late gedwongen vertrek naar Westerbork is overigens opmerkelijk, daar vrijwel alle nog thuiswonende ouderen al op 8 mei 1943 naar dit doorgangskamp waren gestuurd.
Op Barends’ stamkaart van de Joodsche Raad staat als bijzonderheid dat hij liberaal en positief was. Over zijn medisch toestand werd vermeld dat hij hartpatiënt was.
Aangenomen mag worden, dat hij tot de notabelen behoorde.